maandag, april 27, 2009

Oeps I did it again

Nee, met deze titel probeer ik niet mijn vriendinnetje in verlegenheid te brengen ... hoewel ik dat ook weer wel heb gedaan door afgelopen weekend (17/18 april) met een meisje, Zoe, samen een weekendje naar Yosemite te gaan. Dat klinkt natuurlijk dubieus, anderzijds kent Jose me ook weer goed genoeg om te weten dat ik naar Yosemite ga voor de rotsen... (Pic: Me climbing the Nose)

Ik zal geen gedetaileerde beschrijving van het hele weekend doen, maar het was pritty EPIC.

We kwamen vrijdag om iets over 1 uur 's nachts aan in Yosemite valley. We zouden daar camperen, maar dat was een illusie. De lente is hoogzeisoen in Yosemite en alle campings waren helemaal vol. Het was tegen 2.30 uur toen we Yosemite weer uit waren om daar ergens naast de weg in de open lucht te slapen. Dat is nog best spannend met al die beren! Strategie: alle deuren van je auto open zetten en 15 meter verder op gaan slapen. De beer gaat toch voor het eten, en een gesloten duurt houdt ze absoluut niet tegen.

Goed ik wordt levend wakker. Heerlijk ontbijtje met uitzicht op de Nose. Ree op de achtergrond. Op weg naar de rots om een paar routes te klimmen komen we een wolf tegen. (Op zoek naar de Ree?) Het is hier zo prachtig! De bizar groene kleur van de rivier in de vallei met de strak blauwe lucht, verse blaadjes aan de bomen, grijze rotsen overal, mega watervallen ... Heaven.













's Ochtends wat geklommen en toen alle onze spullen gepakt om 's middags de berg op te lopen. We zouden die avond 500 meter hoger gaan slapen om daar de volgende dag een lange route te klimmen. Op de foto hieronder zie je onze slaap plek voor die nacht. Zowel op de achtergrond, als op de voorgrond (!) zie je sneeuw. Joepie, weer in de sneeuw slapen, alleen dit keer zonder tent.
De volgende ochtend zijn we er rond 7.30 klaar voor. We moeten alleen nog steeds het begin van de route vinden. Ik was al dat bushwashing een beetje zat. Vrij snel vonden we de directe start. Dat betekend een extra 4 lengtes (+- 30 meter), niet de makkelijkste, aan de toch al 11 x 30 meter die we wilde gaan klimmen.

Op dat moment probeer ik de opties zo open mogelijk op tafel te leggen. We kunnen nog een uur door de bosjes bagger opzoek naar de start die hoger begint, of nu meteen deze start in gaan. Ik voelde bij mezelf dat ik de keuze leek te sturen naar nu starten, maar ik wilde er zeker van zijn dat Zoe achter de keuze stond. Ik wil niet iets doen waar mijn klimpartner niet achter staat. We truzelen een beetje maar hebben de keuze toch snel gemaakt; we gaan er hier voor. (Dit is een moment dat ik twijfel of Zoe het echt ok vind, je vraagt het nog maals ... jep let's do it. Achter af leer ik dat ik, als zo vaak, vaker mijn instinct en mensenkennis moet volgen in plaats van mijn eigen wil. Oeps I did it again. Stom!)

Het is klimmen met weinig grip voor je handen en heel veel balanseren op je tenen. Niet heel lastig, maar het voelt een beetje tricky en met haakafstanden van over de tien meter voel ik mijn hartslag wat toenemen. Zoe voelde zich ook niet ontspannen tijdens de eerste touwlengte en wilde de tweede dan ook niet als eerste klimmen. De tweede lengte was niet makkelijker, maar ik kreeg het idee een beetje door. Zoe daarentegen begon steeds meer te trillen en werd bijna bang om te vallen. Ik had een behoorlijke hoge pet van haar op, maar ze werd een bibberige meisje hier hoog in de Yosemite Valley, waar ze toch al vaker is geweest. Absoluut niet zoals ik haar kende. Na de derde lengte kreeg ze een volledige nurves-break-down. Minuten lang begon ze te huilen en kon ze haar gevoelens op geen wijze meer rationaliseren.

Heb ik dat. Bijna 100 meter van de dichtbijzijnde grond en 600 meter boven de bodem van de vallei hang ik samen met een hysterisch huilend meisje aan een aantal milimeter brede touwtjes en twee ijzeren ringen. Now what?


Ze herkend zichzelf ook niet in deze uitbarsting en hoopt dat het verder op beter gaat. We klimmen nog 3 lengtes, maar a) Zoe voelt zich niet beter en b) gaan we absoluut niet snel genoeg. We besluiten naar beneden te gaan. Zijn we in ieder geval voor donker bij de auto. Eerst in drie abseils van deze rots en vervolgens, na weer 1.5 door de bosjes ploegen, naar de abseil van de route Royal Arches.

Die abseil is 14 (!) lengtes en zeker 400 meter. Via Zoe's vriendje hebben we van haar vader een extra touw meegekregen. Mee naar boven gesleurd, zodat we steeds twee lengtes in 1 keer kunnen abseilen. Dat gaat een stukje sneller. Zoe had nog expliciet aan haar vader gevraagt, de man klimt zelf ook, om een 60 meter touw, wat dat heb je nodig. Leuk, bij de tweede abseil halen we het dus net niet tot de standplaats!! We hebben een 50 meter touw meegekregen. Wel Go!@#$%^&*ut. Afgezien het ons op dat moment in een gevaarlijke situatie bracht moesten we vervolgens dus alle 14 abseils doen, ipv 7.

Al met al hebben dus bijna 5 uur over gedaan en deden we de laatste abseil toch nog in het donker.

Een behoorlijke ervaring! Maar wel een hele mooie ervaringen. We hebben misschien niet zoveel geklommen, maar het domweg in de buitenlucht aankloten in deze goddelijk omgeving is ook al zeer bevredigend. Dingen lopen altijd anders dan je wil bij dit soort tochten en daar ben je dan ook weel (deels) op voorbereid. (Overigens heb ik in de bergen in frankrijk tijdens een wandeling ook al een keer een engels meisje van een steil wandelpad moeten redden omdat ze opeens geen milimeter meer wilde bewegen en in tranen uitbarste, maar dat was ik eigenlijk al weer een beetje vergeten)

Ik was behoorlijk rozig en uitgebluisd toen we bij de auto waren. Snel nog wat gekookte en uiteindelijk om 2.30 terug in San Francisco. Ik was maandag's een half uurtje later op werk ;-)

woensdag, april 15, 2009

Bloten bast

Ik twijfelde of ik deze blog bloten bast of "ijsje" zou noemen. Beide termen zijn geschikt voor mijn avonturen in de "high dessert" van New Mexico.


Vrijdagavond kwam ik aan in Albuquerque, New Mexico. Josh pikt me op. Hij ziet er moe uit. Hij is als een gek bezig aan zijn masterthesis om daarna naar Nederland te emigreren om met een vriendin van me samen te gaan wonen. Zodoende heeft hij een duidelijk doel zijn scriptie tijdig af te hebben en dat is af te lezen aan zijn wallen. Mede door al het TL licht van de universiteit is hij, net als ik, trilled om dit weekend de natuur in te trekken.


Albuquerque ligt om een kilometer hoog plateau. Daardoor is het rond Albuquerque niet zo droog en heet als Phoenix of Las Vegas, maar het heet nog steeds de hoge woestijn. Als we zaterdagochtend de stad uit rijden wordt het om me heen al gauw een eentonig maar mooi rood/bruin gloeiend landschap met regelmatige donkergroene struiken. We rijden righting het noorden, richting de Hejez bergen, o.a. om daar te klimmen. Klimmen in warm weer = blote bast: wiehooo! (jaja dat doen mannen onder elkaar in de natuur)


Goed zo ziet dat er dus uit de bergen in de hoge woestijn :-/











Vanaf het moment dat we de bergen in rijden begint het te sneeuwen en niet te zuinig ook. Het is maar goed dat Josh een 4x4 rijdt. Zo blijven we op de weg en kunnen we 'en pesant' nog een auto uit de goot van de weg slepen. Die man, met kleinzoon, heeft nog geluk gehad dat hij aan de bergkant van de berg is geslipt en niet aan de dal kant ....

Wij hadden inmiddels geen haast meer, klimmen zat er niet meer in die middag. Maar wat is nou toffer als het sneeuwt dan in een natuurlijke hot spring badderen :-) Hoog in de bergen heb je een hele mooi rustige hot spring met fabuleus uitzicht, maar de weg was afgesloten wegens de hevige sneeuwval. Gelukkig wist Josh nog een andere een eindje terug. En zodoende kwamen toch nog de blote basten te voorschijn!!! Josh en ik hebben een uurtje lekker liggen badderen. In de tussentijd stopte het langzaam met sneeuwen en kregen we vanuit ons natuurlijk verhitte stenen bad een prachtig uitzicht over de vallei.














De weg naar de geplande campeerplek is helaas ook afgesloten, althans 'helaas'? Er ligt meer dan een decimeter sneeuw. Ik kan je verklappen dat mijn kleding, maar met name mijn zomer slaapzakje daar niet helemaal op had gerekend. We rijden een stuk door, het berggebied door en de vallei in. Zo rond de sneeuwgrens vinden we een 'camping'. Hier en daar nog wat oude sneeuw onder de bomen, maar droog. Uiteraard kunnen we bij deze onbemande camping gewoon met credit card betalen.


Ik heb al mijn drie broeken, drie t-shirst, longsleef, trui en 2 paar sokken, North Face jas aan als we onze verse pasta pesto met geraspte parmazaan eten. Om een beetje op te warmen heb ik het heilloze plan om met het doorweekte deels nog onder sneeuw begraven hout in de buurt een vuurtje te maken. Daarvoor droog ik alle kleine houtjes die straks als eerst moeten branden met behulp van onze gas brander. Dat duurt een tijdje. Vervolgens lijkt het toch te mislukken om het vuur aan te krijgen totdat we wat toilettepapier uit het wc-gebouw lenen. Vanaf het moment dat ons kampvuurtje vlam vat begint het ook hier te sneeuwen. Joepie. Je kan het amper zien op de foto, maar het grote houten blok op de voorgrond staat aan een kant in de vik terwijl er aan de anderekant een laag sneeuw blijft liggen. hihi. Tegen de tijd dat we onze tent in duiken is ie begraven onder 2 - 3 cm van sneeuw.














De volgende dag sneeuwt het nog ligt dus rijden we terug naar Albuquerque, checken het weer en nemen de gok om naar een klimgebied te zuiden van Albuquerque te rijden. Het was wat winderig, maar zeker boven de 20 graden. We hebben in de namiddag nog heerlijk geklommen. super fijn buitenspelen. Een uur voor zonsondergang rijden we nog een uur verder naar het zuiden. We zetten onze tent op in een volledige desolate vallei (Op de auto en tent onderd meter verder op na). Gelukkig hebben we deze avond droog hout voor een groter kamvuur. Niet onaardig, want al ligt er hier geen sneeuw het werd 's avonds nog kouder. 's Ochtends was ons water bevroren. Op mijn lijstje van spullen die ik nog wil kopen is de nieuwe slaapzak de sterkste stijger van deze week!













Toen de zon doorbrak kregen Josh en ik weer gevoel in ons lichaam en kon zo waar het t-shirt weer uit! Hier was dan eindelijk het klimmen in warm weer. Paradijs. Vroeg in de middag reden we weer richting Albuquerque. Het weer liet het toch nog toe een ijsje bij een verlaten benzine station te kopen, naast al het minder aangename ijs dat we dit weekend hebben gehad.












Voor 7 uur heb ik gedoucht, al mijn ranzige kleding verwisselt voor mijn pak en zit ik in het vliegtuig naar Phoenix.
Om deze blog verder niet al te lang te maken, in Phoenix werd mijn iets minder bekende alter-ego bevredigt doordat ik twee lange dagen in het luxieuse Kierland Resort mocht doorbrengen. Althans, luisterend en netwerkend, want ik kan het de belastingbetaler niet uitleggen om daar te overnachten. Het hotel om de hoek, voor $ 69,- voldeed prima aan mijn behoeften.

Woensdag avond was ik mooi optijd op hte vliegveld, waardoor ik mijn verhalen van de afgelopen dagen heb kunnen digitaliseren. Komend weekend waarschijnlijk naar Yosemite!

vrijdag, april 10, 2009

Being green is not always that cool

"Being green is not always that cool". Deze gevleugelde uitspraak kwam van de passagier die na mij boarden voor de vlucht van San Francisco naar Phoenix, Arizona.

Ik zit momenteel in vol oorlogs-outfit (c.q. pak) op het vliegveld van Phoenix, achter mijn laptop. Dat ziet er verre weg serieuzer uit dan ik ooit dacht te worden. :-)

Uiteraard heb ik me eerder vandaag weer eens 'te groen' gedragen. Milieubewust betekende in dit geval twee boardingpassen voor twee aansluitende vluchten dubbelzijdig uitprinten. Milieubewust toch, dubbelzijdig printen ;-)
Uiteraard was dit stom van me want bij het boarden schurden de purser mijn mooie dubbelzijdige A4 doormidden. Hij had het printje als bewijsstuk nodig, ofzo. Ik was in ieder geval ook mijn boardingpass voor mijn vlucht van Phoenix naar Albuquerque kwijt, want die zat aan de achter kant.

Misschien dat het ene A4 ook niet opweegt ten opzichten van de extra bomen die ik nog moet bijplanten.

woensdag, april 08, 2009

no-grumpy officer


This grumpy face suggereert bijna dat ik geen heerlijke dag klimmen achter de rug heb. Niks is minder waar. Zondag ging ik eindelijk de stad uit. Samen met Sean en Zoe vertokken we om 10 uur in de ochtend naar Mount Diablo.

De berg van de Duivel heeft zijn naam te danken aan een babylonische spraakverwaring. In het plaatsje Willow Ticket in de buurt van de berg wisten in 1805 namelijk een aantal Chapcun Amerikanen te ontsnappen van hun gevangenschap door Spaanse soldaten. De soldaten noemde dit toen "Monte del Diablo"; "ticket van de duivel". Latere engels sprekende nieuwkomers hebben dit misgeinterpreteerd, door te denken dat het over "mountain diablo" ging. Zodoende heeft Californie dus zijn eigen duivelse berg, waarvan je op een niet-heiige dag zowel de hele bay area kan zien maar ook de half dome in Yosemite.

Duivelse berg of niet, ik vond het goddelijk om weer eens een hele dag buiten te zijn en niet in de stad. Ondanks dat ik enerzijds een enorm stads mens ben, lijk ik gelukkiger te worden als ik weer de natuur in kan. Waarschijnlijk zou deze gelukservaring minder zijn als ik ook in de natuur zou wonen, je gelukkig voelen is ook maar relatief.

Anyhow, het klimgebied was maar klein en toen we aankwamen hingen in bijna alle routes touwen. Het leek een beetje tegen te vallen. Maar nadat ik een makkelijke route met eigen geplaatse zekeringen had geklomen (in zandsteen) en nog iets anders aardigs werd het wat rustiger bij de "main wall".



Ondanks dat Sean bijna net zo goed boulderd als ik, is zijn klimtechniek toch een stuk minder. In de mooi, veel te zacht gewaarde, plaat route met nare kleine randjes kwam hij dan ook niet echt van de grond.


Met de nodige verzuring mist ik de route wel te klimmen. 12 setjes lang puur geniet. Heerlijk!



Daarna klimmen we nog een iets makkelijkere route uit. Omdat het al donker wordt moet Zoe de route met hoofdlampje klimmen die ik gelukkig had meegenomen. Dat hoofdlampje bleek ook onontbeerlijk om door het bos met "poisened Oak" (schijnt je zeer allergische reacties van te krijgen als je het aanraakt) het parkeer terein weer te vinden.


Eerder die middag vroeg ik me nog af of dit park ook een sluitingstijd heeft. Dat schijnen parken vaak te hebben. De auto die met grootlicht naast de geparkeerde auto van Sean staat te wachten voorspelt niet veel goeds. Waarschijnlijk staat deze ranger hier al minimaal een uur te wachten tot dat wij uit de bosjes komen en heeft hij weer het avond eten met zijn vrouw gemist. Uit zijn humeur geslagen, maar toch niet heel onaardig, schrijft hij een bon van 90 dollar uit. pfff.. leermomentje. Aan het einde van de weg moeten we wachten todat de ranger het hek voor ons open doet om het park uit te rijden. We moeten nog even wachten op de heroisch reddings actie van onze ranger van een slang die over de weg krijpt (one foot long :-)). En dan loopt de ranger naar ons toen, vraagt de bon terug en zegt: "volgens mij hebben jullie door dat je de volgende keer voor zonsondergang het park uit moeten zijn, fijne avond nog".


Wij namen al onze worden over staatsterrorisme terug en gingen van ons 'verdiende' geld lekker uit eten om een heerlijke klimdag af te sluiten.