donderdag, september 29, 2005

Sommige combinaties doen het beter dan andere!

Zo lijkt me het samenkomen van activiteiten op 5 november uiterst plesant. Twee praktijken die mijn vrije tijd met enige regelmaat willen verijken komen in deze synergie waarshijnlijk goed tot hun recht, al is het in Eindhoven ;-)
Wie gaat er met me mee!!!

http://urban.climbing.nl/2005/

Ik ben er nog niet uit wat ik vind van de combinatie politici en webloggen. "Na Jan Marijnissen, André Rouvoet en Maxime Verhagen is Femke Halsema gaan bloggen." Partij getrouw heb ik even die van Femke bekeken, maar dat waren wel een hele hoop lettertjes voor mijn traag voortbewegende versnotte hersenen. Ik ben er nog niet uit wat ik niet vind kloppen aan deze combi, opzich is het een schattige manier om 'het publiek' bij de politiek te betrekken, hetgeen waarschijnlijk niet slaagt met het gebruik van zoveel worden en wat ik zo in een oogopslag zag zijn het dan ook dezelfde orthodox politiek geengageerde die met de weblog aan de haal gaan. (Er schijnt iemand op dergelijke vragen af te studeren: http://www.minitrue.nl/)

http://www.femkehalsema.nl/

slijm

Snif
drup
snif
snif
slurp
drup snif

Het is hier eindelijk eens mooi weer (>25 C) en ik ben zo verkouden als een SLAK!

Foto toegevoegt van het 'vuurtje' van gister, wie herkend hem?!

woensdag, september 28, 2005

Openingszinnen

Openingszinnen doen het natuurlijk zelden goed, maar een poging van iemand die me vandaag opbelde vond ik wel grappig. Ze had me horen praten bij de koffiebalie en belde me op vanuit dit gebouw ergens (ik weet niet wie het is) Waarbij ze wilde weten of ik Frans sprak, want ik had een aangename stem en ze was Frans aan het leren, dus ik kon wel een goede gesprekspartner ter oefening zijn....
Ik had het er natuurlijk op kunnen gooien dat ik ook Frans wilde leren bladiebla, maar ik zei 'non' en hing weer vriendelijk op. Een vriendin alhier zou zich (wederom!) hardop afvragen 'Do you have ice flowing through your veins?!'

Zij zelf kreeg overigens laatst een veel betere openingzin naar haar hoofd geslingerd; "Do you like wildlife (zijn vinger wijzen in haar richting), I can show you wildlife (zijn vingers naar zichzelf wijzend)"
Klinkt als een wild aanzoek!!! (later bleek het om een park-ranger met slecht engels te gaan die de implicaties van zijn aanzoek niet door had, maar toch een zin om te onthouden)

Vuurtje?

P.S overigens heb ik straks een dinner-date met Alla, maar dat is weer een ander verhaal.

dinsdag, september 27, 2005

Hoofdpijn!

Afgelopen vrijdag lag ik om tien uur ‘s avonds nog op mijn bed interviews uit te tikken, dat was een goede rede voor hoofdpijn… Het moest af want de volgende ochtend zou ik weer naar Hell’s Gate gaan waar ik een trip had georganiseerd voor MCK leden. Een camping/climbing en evt. hiking trip. Ik had gehoopt dat Hellen en Adrew mee zouden gaan, maar Hellen had alweer malaria en Andrew moest werken (wat wellicht ook een excus was om niet te gaan) Maar Ken (broertje) had wel zin…
Prachtig weer om tussen een paar lelijke rock hyraxen de basis beginselen van het klimmen uit te leggen, veel beter dan zo’n suffe klimhal, daar kom je ook zelden dickdick’s (hoe schrijf je dat?) tegen. Iedereen had een heerlijke dag klimmen en de meeste wisten angsten te overwinnen. Aan het einde van de dag hang ik met Joe boven aan de toren (Al het klimmen speelde zich af op een 30 meter losstaande toren, zie foto), terwijl de zon al is onder gegaan. We nemen resterende klimspullen me en doen onze abseil onder een strakke sterenhemel met het gebulk van zebra’s op de achtergrond.
Kamperen met meer dan 20 mensen die elkaar niet heel goed kennen is altijd intressant, zeker als er massage sessies onder het genot van sambuca zijn voorbereid. Ritu begeleide dit onderdeel van de trip en eigenlijk tot mijn verbazing deden verdomed veel mensen hier aan mee. (De nodige wijn tijdens het eten moet hebben bijgedragen aan de overgave van sommige om te masseren en gemasseerd te worden) Ritu en andere waren met stomheid geslagen over de enorme spanning in mijn rug en dat terwijl ik juist ontspannen en relaxed was, moet je nagaan het kan nog veel erger. Wat wonderschoon ook geen hoofdpijn opleverde was de wandeling van een enigsinds dronken Ritu over mijn rug ter decompresion?! De avond ging door onder het genot van gitaar muziek en het geluid van wilde dieren.

Hoe mijn hoofd zich zondag ochtend voelde was verklaarbaar, maar heeft waarschijlijk weinig met mijn huidige staat van welzijn te maken.
Joe en ik zouden die morgen een 170 meter lange route op een 130 meter hoge muur gaan beklimmen op traditionele wijze, geen boorhaken dus. Een mooie route door eindeloze verticale versnijdingen (zie foto), waar de nodige hand, voet en lichaamsverklemmingen ons zonder problemen naar wat bleek de crux bracht. Ik draag voor het eerst van mijn leven een (hele oude, verrote) helm, zie weinig charmante foto, aangezien we al waren gewaarschuwd voor losse rotsen. Het bleek geen loze waarschuwing, met enige regelmaat heb ik een ‘greep’ in mijn handen.
We hangen/staan op 80 meter hoogte, gezekerd met een oude mephaak en twee nutjes. (Daar waar de laatste twee foto’s zijn geenomen) Tot zover was het klimmen niet makkelijk, maar do-able (zelfs met een lichte kater) Maar vanaf hier lijkt de route een soort boulder probleem te worden en ik kom er niet doorheen. Glij ook nog uit zodat mijn enkel nu aan twee kanten bloed (slechts hele kleine beetjes). Joe doet een poging, komt een meter hoger en weet twee nutjes te plaatsen met zijn laatste energie. Voor de zekerheid: Een nut is een stukje metaal met een draad eraan waar het touw doorheen gaat. Het stuk metaal moet zich vastklemmen in de rots zodat je niet naar beneden stort. Wederom wisselen we in onze standplaats en doe ik de eerste vier bolderpassen omhoog. Via een redelijke ondergreep doe ik een zware stap omhoog en worden we verrast door een dreigend kraakgeluid. (Op dit stuk route waren we nog geen losse blokken tegen gekomen en alles voelde en klonk stabiel) Van schrik probeer ik rustig naar beneden te klimmen om in het nutje te gaan hangen en net voor ik daar ben…..
Een enorm gekraak. Joe duwt zichzelf zover mogelijk de muur in. Met zijn hoofd tegen de wand gedrukt ziet hij vanalles langs vliegen en gaat er vanuit dat de nutjes uit de rots waren geschoten zodanig dat ik 3 meter onder hem zou hangen ipv 2 meter boven hem. Het zekeringsapperaat was geblokkeerd dus ik moest nog ergens hangen.
Tijdens dat moment vraag ik me daarentegen af wat die enorme klap op mijn hoofd heeft bezorgd? Ik hang veilig in het door Joe geplaatste nutje en Joe kijkt me verbaasd aan. Daarna kijk ik verbaasd omhoog en blijkt er een stuk rots ter grote van mijn torso te zijn verdwenen. Dus dat stuterde op mijn helm!!! Na deze eerste paar seconde van verbazing horen we een enorme dreun. Het contact van het stuk rots met de grond 80 meter onder ons bleek in de verre omtrek te horen. We hoorde een vaag geroepn van de andere klimmers 2 kilometer verder op die ons door de lichtval niet zagen en zich ernstig afvroegen of alles nog goed was. Mijn telefoon gaat over, maar we nemen nog even niet op.
Nogsteeds hang ik boven Joe en ik doe mijn helm af om te zien dat er in al die jaren dat dit ding gebruikt wordt nog niet zo’n stuk uitgeslagen is. (Zou ik daar trots op moeten zijn?) Bij het vasthouden van de helm zie ik ook dat de vingers van mijn rechterhand bloeden, netzoals mijn rechter schouder overigens! Ik mag denk ik blij zijn dat de rots voornamelijk mij helm (hoofd) raakte en slecht mijn rechtershouder en hand heeft geschramt. Joe laat me op gelijkte hoogte met hem zaken en we kijken elkaar nogmaals geschroken en lacherig aan. We discussieren de opties en gezien onze trillende handjes gaan we maar abseilen, hetgeen nog niet betekend dat we veilig beneden zijn. Een uur later, drie abseils en wat klimmatriaal armer (boeie wat betreft die paar euro’s) staan we na vijf uur weer op de plek waar we zijn begonnen.
Zonde van je tijd? En of het even duurt voordat ik zoiets weer zou doen? Ik ben misschien een beetje geschrokken, maar ook verbaasd over hoe goed alles nog heeft uitgepakt. Al onze zekeringen hielde en de eerste keer dat ik een helm draagt; red het letterlijk mijn leven. Motto; meteen een helm kopen als ik in Nederland ben.
Of mijn huidige hoofdpijn daarvan komt? Lichte hersenschudding zeg maar? Het is nu langsamerhand dinsdag en ondanks dat het er nog steeds is denk ik dat het meer met de aanhoudende verkoudheid te maken heeft. Ik heb ook geen last van duizeligheid.

Ik verwacht minder problemen te hebben met mij terugvlucht naar Amsterdam ;-)

Tot binnenkort.

Sander

maandag, september 26, 2005

Mami's Exodus

Het is maandag ochtend en een lichte hoofdpijn houdt me van me werk. Niet dat het erg is, want ik heb de productie behoorlijk wat naar beneden bij gesteld. Slecht een paar laatste interviews waarbij de benodigde voorbereidingstijd steeds korter is.
Ik heb weer behoorlijk wat te vertellen, maar ik probeer alhier een afweging te maken tussen 'mijn' verhaal vertellen en het opschrijven van (alledaagse of niet) observaties. Laat ik vandaag met het laatste beginnen, het eerste - en dat gaat over het weekend en verklaart wellicht de hoofdpijn, maar niet op de wijze die jij nu denkt - komt later.

Ik raak geobsedeerd door een schoolbus. Gebeurt me niet vaak, al is het omdat je ze in Nederland en zeker Amsterdam niet zo veel ziet. Hier zorgen schoolbussen voor het gros van alle files in de morgen. Als de (basis)scholen gesloten zijn rijden we 's ochtens in 3 kwartier ipv 5 kwartier naar t werk en dat is niet omdat ook de werkende ouders etc. vrij zijn.
Maar mijn obsessie gaat over de namen die sommige schoolbussen hebben en dan met name "Mami's Exodus". Briljant en nog waar ook. En vanochtend zag ik zijn counterpart: "Toto (kind) Exodus", ook waar, maar minder leuk. Motto: School is de exodus voor moeder en kind.

Sowieso zijn scholen wel inventiefrijk, want vaak hebben ze een motto. Een van de betere komt van een school in de buurt van Lake Naivasha; "Replace an empty mind for an open one". (Overigens geobserveert door Elske)

vrijdag, september 23, 2005

Iedereen aan de botox-pukkel!

Nederland is Abnormaal.
Als we het over fruit en mensen hebben; wat is 'anders'? Anders dan hoe de natuur het normaal gesproken maakt! In dat geval is Kenia niet anders, maar Nederland wel. Groenten en fruit zoals het er in Nederland uit ziet, zo 'hoort' het er normaal niet uit te zien. Je komt het in veel plekken van de wereld in veel meer vormen en maten tegen, dan die enkele perfect vorm appel of courgette die wij in de supermarkt zien.
En zo ook bij mensen. Alle verschillen tussen mensen worden in Europa op vroege leeftijd vereffend. Terwijl ik geluk heb om normale mensen met drie duimen tegen te komen (India). Of twee extra pinken (zonder bootje gezien de wiebeligheid van beide vingers) of uberhaupt ondefinierbare bobels achter de oren of op willekeurige andere plekken op het lichaam. Vandaag zag ik iemand op de stoep liggen met een soort tweede hoofd, wat een gezwel (idd net zo groot als zijn hoofd) in zijn nek bleek te zijn.

Zowel de misvormde groente als mensen zien er misschien niet altijd zo lekker uit (in ons eurocentrisch perspectief) maar normaal is het wel. En dat zijn wij niet.

maandag, september 19, 2005

beautiful motivation


Ik heb de neiging om deze weblog te gaan gebruiken om eens lekker in het Nederlands te zaniken.

Hoe leuk ik iets ook vind - en dit tekend zich voornamelijk af onder de catogorie vakantie - als het bijna afgelopen is heb ik geen motivatie meer voor het einde.
Hier heb ik vele voorbeelden van, maar een van de duidelijkste was tijdens mijn interrail vakantie met Tim. Deze eindigde in Parijs, waar natuurlijk genoeg moois en leuks te doen is om is op de zelfde wijze te vermaken als alle weken daarvoor. Maar in plaats daarvan liggen we compleet cultuurverzadigd op de kamping in bois de bologne (ofzo) een voor de maag niet te verteren hoeveelheid expresso achterover te gieten. Vervelend? Helemaal niet... ik zou er momenteel heel veel zin in hebben, maar in plaats daarvan ga ik weer een hele reeks interviews tegemoet waarvoor ik dus niet dezelfde motivatie heb als vorige week. (Dit maakt niet uit, zo zit ik nu eenmaal in elkaar)

Wat heeft dit met de film 'American Beauty' te maken? Helemaal niks ... althans niks bewust. Heb de film gister gezien en er erg van genoten. Een prachtige stereotype (of juist niet?) van het burgelijke gebeuren in amerika. Satire is waarschijnlijk een beter woord, maar een satire maakt dan ook veelvuldig gebruik van stereotypes (oracel ik als veelbelovend Neerlandicus). Meestal zegt de acteur me veel minder dan de film en ik ook nog nooit een acteur goed zin acteren in een slechte film (wat natuurlijk best mogelijk is) Maar na het zien van deze film en 'the usual suspects' heb ik het idee dat Kevin Spacey ook van een matig verhaal nog een leuke film kan maken. (Zijn filmografie - http://www.imdb.com/name/nm0000228/ - geeft 42 films aan, daar moet er een tussen zitten met een slecht verhaal, niet?)

zondag, september 18, 2005

Dansen-klimmen & cultuurproeferij

Het is zondag (na)middag en een lichte drukkende hoofdpijn die deze geforceerde vrije dag licht lamlendig maakt doet me besuiten weer eens wat gedachten en gebeurtenissen naar het world wide web te transformeren. Het feit dat ik niet in geestelijke topconditie ben door uitdroging van de bovenkamer neemt niet weg dat ik van zo’n rustige zondag geniet. Niks hoeft vandaag en gister heb ik netzoals de dag daarvoor heerlijk gedanst. Dit dansen was vooral op vrijdag cultuur-fijn-proeverij die mijn op dat moment vooral lichamelijke mankementen nien ten goede kwam. Het feit dat ik dit weekend niet Nairobi uit ben heeft namelijk te maken met een hydrops in mijn rechter knie. Zoals sommige misschien niet is ontgaan droeg ik het laatste half jaar een brace (tijdens volleybal) rond mijn linker knie, het ziet er naar uit dat niet alleen water de andere kant op roteerd als het door de zwarte kracht door een gootsteenputje wordt getrokken aan de andere kant van de evenaar, ook onduidelijke knieklachten wisselen met gemak van knie. [Nikki kan ik nog zo’n brace van je lenen komend jaar :-)]

Dit weekend was gereserveerd voor een wandeling naar de (drie na hoogste) top van mt Kenya. Had ik ontzettend veel zin in. Het feit dat ik het tijdens dit verblijf niet meer zal doen is nu een goed excus om terug te komen. (Hopelijk met wat alpinisme/klim ervaring om grotere hoogte, zodat ik enigsinds verantwoordelijk met iemand een werkelijke toppoging kan gaan doen)
Die hydrops is ook een goede katalysator naar het verleden, want uiteraard is er een oorzaak voor dit lichamelijk helingsproces. En de oorzaak zit hem uiteraard in.... klimmen. Afgelopen weekend het eerst veel te laat gemaakt op een niet al te denderend feestje, maar ik kon geen taxi naar huis regelen en toen er een taxichauffeur aan de lijn hing kon niemand de goede man uitleggen hoe die me vanuit dit expat-huis-waar-iedereen-een-auto-heeft kon ophalen. Het was iets na enen toen ik naar huis wilde en lag uieindelijk om kwart voor vijf in mijn bed. Drie uur later ging de wekker, want ik zou die middag mijn lesgeef/trainersskills weer eens uit de kast mogen halen. Allemaal enthusiast beginnende klimmers en klimsters de berg op jagen. Altijd leuk om mensen enthusiast te zien en te maken voor iets waar je zelf zo van kan genieten.
Zelf nog een beetje geklommen en daarna zouden Ritu, Joe en ik bij de rotsen blijven slapen samen met een voor sommige bekend gezelschap; de Hot-Rock expeditie. (Grote bus met 8-14 klimmers die door de rift vally van oost-Afrika reizen om op de meer onbegaanbare plekken te klimmen) Om er niet weer een heel klimverhaal van te maken, ik heb in korte tijd mijn mentale grenzen al verlegt en de 45 meter lange traditionele klim die ik die dag voorklom was misschien niet moeilijker dan hetgeen ik een 2 tal maanden geleden heb gedaan, maar het was wel een stuk ‘luchtiger’. Ik bovond me in de situatie dat, na het loskomen van mij laatste nutje, ik bij een val zo’n 25 meter naar beneden zou vliegen in de aldaar geplaatse nut (die wel een bomber was) Het feit dat ik dat wel zou overleven, aangzien ik al 35 meter hoog was (een geneusde of gebroken enkel zou alleen wel deel van de vlucht worden denk ik), neemt niet weg dat je heel rustig doorklimt omdat je nogsteeds geen nieuwe zekering kan plaatsen.
Mentaal sterker, maar met een onsteking in mijn knie ga ik volgende week waarschijnlijk een wand van 200 meter op traditionele wijze beklimmen (engelse waardering extreem severe). Dit is tijdens een campeer weekend dat ik organiseer voor de Mountenering Club of Kenya (MCK) angezien ik .. snik, snik .. bijna weg ben. Voor zij die daar geweest zijn; het wordt kamperen en klimmen in Hell’s Gate (klinkt voorspoedig)
Tijdens dat laatste klimweekend kwam ik ook een wat oudere klimmer tegen die zijn leven leeft met de naam Robert Chambers. Dat zei me niet direct zoveel, al kon ik me later herinneren dat ik zijn naam wel eens als referentie ben tegen gekomen; hij is een goreo (schrijf je dat zo?) in participatory research in developing countries. (en oud voorzitter van de MCK) Aangezien ik net door al mijn boeken heen ben heb ik gister alvorens ik een niet al te eniverende rondje maakte door het National Museum in Nairobi, maar een boek van hem gekocht. Bijna 300 pagina’s vol kritiek op al die mensen, zoals ik, met goede bedoeling op welke wijze dan ook ontwikkelinghulp (proberen) te verlenen. [Van een vrijwilligster in het groene Benin tot en met de directeur van de Wereld Bank in het grijse Washigton] Naast deze kritiche en academische literateur heb ik mezelf ook nog verwend met ‘the Zanzibar Chest’ van Aidan Hartley, hetgeen netzoals ‘Ebbenhout’ van Ryszard Kapuściński een prachtige, aangrijpende en intense beschrijving moet zijn van (in dit geval) de recente geschiedenis van Oost-Afrika.

Heb ik ook nog iets cultureels gedaan? [Behalve een hele week door Nairobi scheuren in matatu of decadent achter in een taxi terwijl je je volgende interview voorbereid, om data te verzamelen voor mijn onderzoek... tja dat doe ik ook nogsteeds] Vooral afgelopen vrijdag dus; dansen in een grote slecht ingerichte ruimte met plastic tafels en stoelen en een krakende geluidsinstelatie waardoor opzwepende traditionele Luo songs worden verspreid die een fractie van een seconde eerder door een matige geklede, doch uiterst vrolijke band is voortgebracht. Gelukkige is het gebruikelijk om op deze muziek vooral het achterwerk en een beetje het bovenlichaam te bewegen, zodat mijn knieen geen halsbrekende kapriolen hoefde uit te halen die gegarandeerd om meer alcohol hadden gevraagt om de pijn te drukken. Aanvankelijk was ik de enige witte, maar leter kwamen er nog twee witte vriendjes langs, maar het feit dat we zo’n minderheid waren leverde geen extra aandacht, waardoor we ons deel van de massa konden voelen en daar dus ook in opgingen tijdens het dansen. Geen ‘honey-girls’ die onder valse voorwenselen je ego strelen met een overschot aan aandacht. De complimenten over je uiterlijk en innerlijk moeten slechts als reflextie van de inhoud van je portomonnai gezien worden die je op een later tijdstip al dan niet voor een tegen prestatie zou mogen overhevelen naar hun lege buidel.

Een tijdje terug heb ik boodschappen gedaan in Kibera; de grootste sloppenwijk van Nairobi. Nairobi ziet er best gecivaliceerd uit, maar doet komt omdat je onder normale omstandigheden slecht bewust bent van de 1 miljoen mensen die in (stenen) huizen woont. Deze mensen kan je tegen komen in winkels en matatu’s etc. De overige 2.5 miljoen (!) woont in ‘the slums’. Kibera is de grootste met 1 miljoen bewoners, iets wat je je niet kan voorstellen. Misschien had ik een keer moeten organiseren om daar een wandeling te maken, maar dan heb je wel iemand nodig die je kan begeleiden, want de wegenkaart van Nairobi gaat je er niet bij helpen. Wel ben ik dus boodschappen gaan doen aan de rand van Kibera. Dit is een enorme permanente markt waar je van alles en nog wat kan kopen voor prijzen waarvan ik zou denken dat het echt geen winst meer oplevert. (T-shirts en spijkerbroeken voor pijzen tussen 0.20 en 2 euro) Ondanks dat het merendeel van de mensen hier dus echt arm is, voelde ik geen enkele vijandigheid. Rustig kon ik rond kijken en genieten (al is dat niet geheel het goede woord) van de bedrijvigheid. Binnen de kortste keren was ik kompleet de weg kwijt in dit dolhof van tegen en tussen elkaar gebouwde stalletjes, waarbij alles het zelfde lijkt. Helaas is mijn herrinering, maar vooral mijn woorden schat niet scherp genoeg om dergelijke ervaringen te kunnen voortbrengen op digitaal papier.

Speciaal voor Marieke; die wilde weten waar die 'ogen' toch bijhoorde

woensdag, september 14, 2005

lesdextische gezichtsherkenning

Ik wist dat ik niet goed was in gezichten herkennen, maar vandaag was toch wel weer een beetje een diepte punt. Eerst heb ik 2 uur een interview met iemand, loop vervolgens het gebouw uit en krijg een paar minuten later een lift aangeboden richting de stad (Ik bevond me weer ins in het platteland), waarbij ik een conversatie tracht te openen met "what is your name".....
Het was dus die zelfde persoon waar ik net 2 uur naar heb zitten kijken.
Is er iemand, bijvoorbeeld een van die hersenkronkelspecialisten die ik in mijn vrienden groep heb, die dit tekortkoming kan beschrijven? Was er niet ooit onderzoek gedaan mbt de correlatie tot dislexy?

- Ik zoek een excuse -

donderdag, september 08, 2005

woensdag, september 07, 2005

Ben ik weer; Alive and Kicking

Ajj, mijn laatste maand gaat in. Enigsinds in dubio wat ik er van moet vinden.....

Maar laat ik in volgelvlucht eens vertellen wat ik de afgelopen drie weken heb uitgespookt.

Mombasa was niet te boeiend, grote steden blijven me niet echt trekken de laatste tijd. De meeste tijd heb ik daar dan ook door gebracht in de oude stad, iets waarvan ik echt kan genieten, vooral de arabische medina’s, iets wat mist in Nairobi, aangezien het een relatieve jonge stad is. Helaas was het een zondag en redelijk uitgestorven, ik had graag de bedrijvenheid meegemaakt, zoals als ik dat nu alleen op de plaatstelijke markt mocht bezichtigen. Met al zijn vruchten groenten en specerijen..... Zin om weer eens zelf te koken (Iets wat ik hier bijna nooit doe, maar dat is een ander verhaal)
’s Avonds vroeg ik me toch echt af waar in godesnaam heen wil. Zoveel moois; Zanzibar, de kust en leren duiken, maar uiteindelijk herinnerde ik me een safari naar Lake Turkana. Dit gaat noordelijk Kenia in, hetgeen een stuk armer, ontoegangkelijker en door gevechten over kuddes vee, al dan niet tussen volken, clans of tribes (of hoe ze zich ook mogen classificeren/organiseren). Er gaat tegenwoordig nog maar 1 Keniaanse safari organisatie die kant op, al was het 2 maanden geleden 2 weken stopgezet wegens onrust/moorden in Marsabit, waar we ook een nacht zouden doorbrengen. Maar die avond kon ik de safari niet regelen, maar mocht ik het gaan doen en ‘dan maar’ Lamu (een eilandje voor de kust van Kenia, in de buurt met de grens van Somali) voordien bezoeken, dan moest ik de volgende ochtend de bus pakken.
Enigsinds ongeorganiseerd sta ik al om 6 uur ’s ochtends op een toch al druk en enigsinds vies buisstation. Ik had niks gereserveerd, maar gelukkig was er nog een plekje vrij bij een van de onbekende, en naar bleek niet al te beste busmaatschappijen. (5 stoelen op een rij en ik moest mijn beenen half in de lucht geklemd vast zetten aangezien de nabijheid van de stoel voor me geen normale zit positie mogelijk maakte. De weg naar Lamu staat ook niet als veilig bekend en het wordt hier en daar aangeraden om te vliegen naar Lamu, maar ik had geen zin en tijd om dat te organiseren en naar later bleek is het al weer bijna 2 jaar geleden dat bussen zijn overvallen door de Somaliers (volgens mij zijn het in ieder geval Somaliers, of de Kenianen zoeken gewoon iemand om de schuld te geven)
Acht uur later durf ik me - al veilig aangekomen - uit een bootje het eiland Lamu op, om me niks aan te trekken van alle hotelpropers en uiteindelijk zelf een zeer lief een naar mijn mening spaans aandoend hotelletje te vinden. Prima zeeview etc., gemoedelijke sfeer, maar daar staat heel Lamu bekend om. Er wordt nog al veel en opzichtelijk Miraa gekoud en hier en daar geblowed. Zo’n lay-back hippi stadje, waar je als je een hotel hebt en een zeilttocht heb geregeld bij de dhow-proppers, verder niet wordt lastig gevallen. Helemaal gersut was ik nog niet, eerst wilde ik die Safari regelen; gelukt! Toen een vliegticket terug naar Nairobi over 2 dagen, zodat ik ook nog opdat bij de Safari kan zijn, zonder de volgende ochtend weer een dag te gaan bussen, ook gelukt, maar toen leek het toenemende geluk in mijn leventje toch weer te keren. In al mij desorganisatie had ik geen cent bij me (omgerekend 4 euro misschien, plus 40 dollers) en ondanks dat overal waar ik tot nu toe ben geweest een bank was waar ik kon pinnen, was dat hier niet het geval. F*ck! Enigsinds radeloos sta ik voor mij hotelkamer en aangezien ik geen idee heb wat ik moet doen spreek ik een Franse jongen aan, die duidelijk een dhow (zijl) trip heeft gemaakt, gezien zijn verbrande kop. Twee minuten later komen zijn vrienden ook aanlopen, die mij herkennen!!!! Ik hun uiteindelijk gelukkig ook. Twee franse studentes die ik nog geen minuut heb gezien op ICRAF. Hoe snel kan je vertrouwen op bouwen? Ik kende ze nog geen 15 minuten toen ik even tussen nues en lippen door vroeg of ik 200 euro kon lenen, mijn geluk was weer gekeerd en ik kon beginnen met chillen op dit eiland.
Een paar dagen terug heb ik dus leeuwen zien paren, maar wat ik de eerste ochtend op het dakteras van dit hotel zag was ook heel bijzonder. Twee neukende schilpadden bij zonsopgang. Hahaha. Vette slomotion, en best een lange uitschuif lul om onder het schild van het vrouwtje te komen. [Achteraf bedacht ik samen met Ritu dat ik met mijn foto’s misschien binnenkort wel een Animal-Porn-Coffee-Table-Book op de markt kan brengen, dus als je geintresseerd bent kan je al geld over maken, om mijn werk te promoten (zoals Kenianen dat vaak verwoorden als ze geld van je willen)]
Verder gerelaxed van de kleine steegjes, de drukte bij de haven, heerlijke cocos-shakes, een zijltocht door mogrove bossen, van een oude ruine, van de het spelen van de bao-game, de zon die steeds achter de wolken op kwam zodat ik voor niks extra vroeg mijn bed was uitgekomen voor de zonopgang en het liggen op het strand aan de Indische Oceaan.

Ik nam dus het vliegtuig(je) naar Nairobi; Ik begin het idee te ontwikkelen dat idealen geografische afhankelijk zijn. Ik doe hier een hoop dingen die ik in Nederland/Europa niet snel zou doen, zonder dat echt te kunnen verantwoorden voor mezelf. Ik kan me zelfs voorstellen dat je (ik) in een huis woon met 2 bewakers en een kook/hulp, en eventueel een chauffer op zijn tijd. Decadent? Tja, elke nederlandse student kan het zich veroorloven als hij zij dat wil. 60-100 euro per maand voor een iemand die full-time voor je werkt is nou niet echt de kosten. Maar toch vind ik het nogsteeds iets abnormaals, en kan ik er ook niet tegen als elke zin met sir begint en eindigd. (Ik kom op zijn tijd nog wel thuis bij verschillende mensen die in ieder geval altijd twee askari’s (bewakers) hebben.
Anyway, ik vertrek vrijdagochtend naar Samburu. Voordat we daar aankomen eindigd het asfalt en de electriciteit, hetgeen we dan ook niet meer zullen zien de komende 7 dagen. Ook geen mobiele verbindingen, echte afgezonder van andere delen van de wereld, van kenia. Om aan te geven hoe weinig er in noordelijk kenia is, en hiermee wordt de helft (!) van het hele land bedoeld; de rough guide gebruikt 45 van de 500 bladzijde om deze helft te beschrijven. Dat er bijna niks is en ook geen vruchtbare grond, eten en water etc betekend overigens niet dat er weinig mensen wonen. Voordat we Samburu hadden berijkt veranderde hat landschap al bijna in een maanlandschap, waar weinig kleur was te onteddeken, alles was grijs/grauw en vooral stoffig. Vanaf hier zijn de mensen die je ziet ook veelal traditioneel, met voor de (bijna) getrouwde vrouwen honderden kralen om hun nek.
Het eerste wat we in het Game Reserve van Samburu zien is een groep badende Olifanten, bij zons ondergang en vlak daarna een Luipaard! (Helaas was het schemerig en verweg, dus heb ik iets bijzonders gezien zonder het echt te kunnen observeren) Overigens was onze kamp-site nog geeb 20 minuten lopen van de laatste ervaring. Dit was gewoon in het park en ik voelde me zodoende over-exposed aan het wildlife. ’s Avonds kon ik niet slapen, aangezien er een olifant 15 meter achter mijn tent nog al luidruchtig bomen aan het eten was. Verder de volgende dag echt een heleboel olifanten gezien; wat een mooie relaxte beesten. Rustig strompelen ze van plek naar plek. De jonkies nog enigsinds speels en ongecontroleerd, vooral in het water, waarbij ze over elkaar rollen, hetgeen de ouder olifanten maar oogluikend toe laten.
Onze reis gaat verder naar Marsabit (een ardig park, maar weinig te zien... een laatste bezinestation voor de komende dagen), Kalacha/Chalbi Desert: Super gaaf. Hier naar toe rijdend veranderde de ‘weg’ van aarde naar steen of beter gezegt rotsen. Om je heen een paar bomen, wat zand, maar verder alleen maar zwarte gesteente. Tot dat je de rand van de woestijn berijkt, want dan kom je eerste een hoop palmbomen tegen, een dorpje opgebouwd uit zand, een niet te tellen hoeveelheid aan kamelen en schapen en een hoop mooi gekleden mensen, waar we overigens geen foto’s van mogen maken in veel gevallen en gezien de geweren waar me ze rond lopen wil je daar best naar luisteren. De woestijn zelf bestond uit stukken ruitachtige uitgedrogede vlakte afgewisseld met lagen zout of fijn zand. De hele weg denk je aan de horizon enorme meren te zien, maar ondanks dat ik het echt even niet wilde geloven bleken het toch echt oases. Kamelen zijn overigens bijnea zo dom als wildbeesten. Ze renen niet opzij weg voor een auto maar blijven continu angstig recht door over de weg ‘weg’ te rennen. Niet handig.
Ik kan het dorpje waar we ons tenten kamp opsloegen niet echt beschrijven. Er is niks, maar dat is niet de reden. Het is weer wel een stuk gemoedelijker dan op plekken waar men wel geld heeft; wat oudere mannen spelen het bao-speel onder een boom. Echte afzondering is het nog niet. Volgens onze rough guide is het kriteria of je er al dan niet bier kan krijgen.... en dat kon al is warm bier niet echt smakkelijk als het toch al 35 graden is. Het was die afond overigigens (netgeen) volle maan. En die avond was blijkbaar aan de muziek te oren gekozen door twee mensen (of zo alleen de man gekozen hebben?) om het huwlijk in te treden. Wij danste daar in het licht, in de woestijn even mee op de schelle muziek die (helaas) uit een versterkte luidspreker kwam. (Idd geen electriciteit, maar wel een gehuurde aggregraat)
Ik kan hier weer eindeloze Verginia Woolf/Blumsburry (of hoe je dat ook mag schrijven) achtige sfeerbeschrijvingen van maken, maar ik denk dat er zo wel genoeg te lezen valt. Lake Turkana zelf is ongelovelijk. Niet perse ongelovelijk mooi, maar wel ongelovelijk desolaat. Een nog betere beschrijving zou zijn; het is subliem. Sublieme natuur! We hebben bandas zonder deur (koud wordt het er nooit) die aan het meer gelegen zijn. Een eindeloos uitstrekend blauw/groen meer met slecht rood/zwarte rotsen in de omgeving. Rond onze campsite is letterlijk niks. Het enige teken van leven zijn honderden skaletten van vissen, of terwijl al het teken van leven is dood. We spenderen hier twee dagen waarbij mij pijnlijk uidelijk wordt hoeveel geld ik aan het uitgeven ben om te zien hoe arm mensen zijn, proficiat Sander. Je kan het mooi vinden, en ja het is heel ‘mooi’ en bijzonder om mensen zo te zien leven volgens hun eigen normen en waarden en niet geindoctrineerd door ons westerse wereldje, waarbij ik mezelf soms wel eens anders vind, maar eigelijk val ik niet uit de boot (volgens mij gaat er wel eens iets met mijn gezegde), dan zou ik me zoals een Samburu, Turkana of Elmolo moeten gaan kleden; eens zien hoe men je dan benadert. Het feit dat wij studenten in een week zoveel geld kunnen uitgeven, wat zijn nog niet in 10 jaar zullen zien, vier ik met een lauw biertje bij een ondergaande zon. [Overigens weten mijn Keniaanse vrienden dit enigsinds goed te praten door het te hebben over mijn zelfverijking en hoe ik al deze ervaringen weer als kennis en voedingsbodem voor allemaal goeds kan gebruiken....] Oja op meerder plaatsten tijdens deze toch is douchen een beetje een straf gezien het koude water, maar nu ik hier in een vooral niet vochtige omgeving met 35 graden op mijn bolletje een douche wil nemen, blijkt de watertank zo opgewarmt dat je aanvankelijk niet eens je handen 3 sec onder de kraan kan houden. Zo enorm heet!!!!
Terug via Maralel naar Nairobi, meteen twee daagjes klimmen iets wat ik echt even nodig had wat hoe mooi je omgeving ook kan zijn, als ik een paar uur in een auto zit weten me gedachten net wat meer af te dwalen dan goed voor me is. Klimmen daarentegen gebruikte elk stukje denk vermogen en zeker in deze omgeving is dat een godelijke afleiding. Als je van Freyer door belgie rijdt kom je zeg maar geen giraffen en gazelles tegen...., maar slechts belgen.
Anyway afgelopen anderhalve week hard gewerkt, vele interviews.... te gaat redelijk.... probeer er niet al te veel over na te denken. In het weekend geklommen (uiteraard!) en voor het eerst echt uit gegaan en meer dan twee biertjes gedronken .... ook weer eens leuk.
Oja misschien nog boeiend te vertellen dat ik laatst wat moeite had een matatu uit te komen toen ik terug kwam van een interview. Er had iemand haast en stond nog al te drukken. Uiteindelijk kom ik wel als eerste de matatu uit en met mijn gedachten weer eens buiten mijn eigen fysieke omgeving, controleer ik gedachtenloos mijn zaken op al mijn eigendommen. (Alvorens ik door ga, je hebt vast een vermoede wat er aan de hand is moet ik even vertellen dat een andere research student bij ACTS de dag hiervoor zijn laptop en handpolm en god mag weten wat voor duren dingen hij nog meer had heeft ‘laten’ stelen. Laten, want hij ging overal naar toe met die spullen, wat een beetje vragen om moeilijkheden was) Ik voelde nog wel mijn portomonnai, maar niet meer me net van Andrew in bruikleen genomen telefoon. Netjes in overhemd en in verdomd rot zittende nette zwarte schoene zet ik als mzungu (het viel dus wel een beetje op) die sprint in achter de matatu aan. Twee straten rennend door Nairobi weet ik de Matatu tegen te houden. Rustig als ik ben ruk ik de deur open en daar had iemand mijn telefoon ‘gevonden’. Voordat ik me realiseerde dat dat dezelfde kerel was die zo tegen me aan stond te duwen en zogenaamd haast had, en ik dus eigenlijk zijn tanden een nieuwe lokatie had moeten bezorgen doormiddel van het hier lokale functioneel geweld (de wetgevende macht is niet functioneel, dus gaat men hier voor het eigen rechtertje spelen) was de matatu al weer weg en stond ik bezweet incl. al mijn spullen plus een tiental verbaasde omstanders weer te wachten op de volgende matatu die ik moest hebben. En die ochtend toen we het over de gestolen laptop hadden zij ik nog; Ik ben nog nooit gerold!

Ik heb al mijn laatste weekende al volgepland en het voelt langzamerhand als aftellen. En zoals ik al begon, ik heb daar zeer gemengde gevoelens bij.....